Dag 22: “Ik voel me zoals ne panna cotta”

25 juli 2023 - Sian Ka'an, Mexico


De wekker gaat veel te vroeg af. Het is 5u30 wanneer het ding lawaai maakt. We kleden ons aan, pakken alle spullen bij elkaar die we de dag voordien hadden klaargelegd en stappen in de auto. We hebben met een gids afgesproken aan de plaatselijke supermark. Margaux en de andere toeristen staan ons al op te wachten om naar het natuurreservaat Sian Ka’an (dat op de UNESCO werelderfgoedlijst staat) te rijden. We stappen in het mini busje in. Eerst rijden we langs de sjieke hotels van Tulum beach, later volgen we een grindweg naar het reservaat. De weg zit vol met putten en de chauffeur zwalpt met het busje van links naar rechts over de weg om de diepste putten te ontwijken. Op de vrij egale stukken geeft hij goed gas, maar deze zijn meestal van korte duur. We worden helemaal door elkaar geschud. Na een goed uur schudden mogen we even uitstappen aan de Pablo Escobarbrug. Vanop de brug zien we krokodillen rustig onder ons door zwemmen. We stappen terug in het busje voor het volgende stuk over het smalle stukje land. Op sommige plaatsen zien we aan de ene kant van de weg de Caraïbische zee, aan de andere kant de lagune. Wanneer we halverwege de lange landtong zijn, mogen we het busje ruilen voor een speedboot. We hebben geluk dat we de boot mogen delen met onze heel aanwezige gids Margaux (het is net een conservatieve juf naar wie zeker geluisterd moet worden. Ze roept om onze aandacht alsof we een hond zijn, en wanneer het volgens haar wat sneller moet gaan weerklinkt “dépêche-toi!”) De anderen van de groep hebben meer geluk en nemen de andere boot. Het programma wordt onmiddellijk aangepast en we gaan eerst o zoek naar dolfijnen. Al snel zwemmen er twee exemplaren tussen de twee bootjes in; ze blijven er tussen zwemmen terwijl de boten verder varen en af en toe steken ze hun kopje boven om naar lucht te happen. We varen verder over de lagune naar een eiland waarop heel wat vogels broeden waaronder pelikanen. We volgen de landtong tot we in de zee uitmonden waar we o zoek gaan naar zeeschildpadden. Het water is nog wat troebel door de regenbuien van twee dagen geleden, dus we gaan nog wat verder van de kust weg. We vinden een heel groot exemplaar, maar laten hem al snel gaan door hem van de boten te laten weg zwemmen. Tijd voor ons om het water in te gaan; eerst een stuk snorkelen boven het koraalrif en dan in het heldere turqoise water vlak bij de kust. Hiervan hebben we honger gekregen en gaan we aan land op het uiterste puntje van de landtong “Punta Allen” waar we in een “restaurant” een rijstmaaltijd met vis en kip krijgen. Twee honden schuiven bij ons bij aan tafel…of beter gezegd onder de tafel, op onze voeten. 
We wandelen het kleine dorpje door waar de tijd al een tijdje is blijven stilstaan. De hopen aangespoeld sargassum zorgt op een aantal plaatsen voor een onaangename geur.  We houden even halt bij het kerkje van waarin je een mooi uitzicht hebt over de helblauwe zee. Aan de ander kant van het dorpje komen we weer aan het water waar onze bootjes ons opwachten om weer naar het startpunt te varen. De wind in de haren tijdens de snelle vaart is heerlijk.
De terugweg over de lange grindweg lijkt nog hobbeliger dan de heenreis en wordt nog wat meer oncomfortabel wanneer er nog 4 gestrande reizigers (hun busje heeft autopech) bij in het busje gepropt worden. Vooraan naar onze fantastische gids is nog een zitje vrij, maar daar mag niemand komen zitten van haar! 
We douchen en gaan nog eens eten waar we gisteren waren gaan ontbijten en worden heel vriendelijk ontvangen en bediend. We ronden af met een panna cotta. Wanneer we terug rijden naar het appartement over het laatste hobbelige stukje waggelen we weer heen en weer en Kobe zegt: “Ik voel me zoals ne panna cotta”

Foto’s